Vorige week hoorde ik veel mensen om mij heen over hun vakantie spreken. De zomervakantie is in aantocht. De kinderen zijn bijna klaar met school. Nog een sportdag, schoolreisje en laatste serieuze lessen. Op naar het bedankmomentje voor de leerkrachten. Paspoorten aanvragen (kan lang duren), de tent testen in de tuin en opvang voor Rakker of het kanariepietje regelen.
Vakantie is een heerlijk vooruitzicht. Zon, zee, strand en camping. Vliegtuig naar Griekenland of de auto naar Frankrijk. Koffers mee, hagelslag en pindakaas mogen niet ontbreken. Wat er verder nog in die koffer zit?
De laptop en telefoon om af en toe de mail te checken. Om bereikbaar te zijn voor het geval dat. Stel dat er iets misgaat of je akkoord nog nodig is. Misschien wil je de voortgang van een project wel volgen. Of ben je nieuwsgierig naar wat in de groepsapp gezet wordt.
Als het lukt om laptop en telefoon thuis te laten, dan zit er op die plek in de koffer een stapel (digitale) boeken en vakliteratuur. Want je moet wel bijblijven. Dat lukt gedurende het jaar niet, dus daarom gaat het mee op vakantie.
Heb je daar nou echt zin in?
Echt?
Je hebt je drie slagen in de rondte gewerkt. Waarschijnlijk heb ook jij de afgelopen jaren lastige tijden gekend. Of het nu door personeelstekort, een slinkende bankrekening, thuiswerken en online school komt, deze vakantie kan je wel gebruiken.
Gun jezelf je vakantie. Geniet ervan. Laad op en kom bij. En reflecteer eens of het nu zoveel uitmaakt dat je er een paar weken niet bent.
Wat denk je zelf?